Flarden muziek zweven door de koele nachtlucht, aan het uitspansel is de weerkaatsing van gekleurde lichten te zien, maar de Rann of Kutch lijkt daardoor onaangeroerd. Hij lijkt zich eindeloos uit te strekken in de duisternis van de nacht. De geluiden van bezoekers, afkomstig uit alle delen van India en de wereld, worden door de zandgrond opgeslokt. Wie hier midden in de nachtelijke zoutwoestijn staat, voelt zich verbonden, maar toch ook zonderling alleen. Het is geen ongemakkelijk, maar eerder meditatief-spiritueel gevoel. De stralend heldere volle maan onthult een natuurlijk spektakel dat zowel toeristen als de lokale bevolking betovert. Het verandert de zoute woestijnbodem van de Rann of Kutch in een zee van glinsterende sterren.
Met 7500 km² is de Rann of Kutch de grootste moeraszoutwoestijn ter wereld. Van oktober tot februari verdroogt het gebied volledig en wordt het een onherbergzaam woestijnlandschap dat door het zout kristalwit kleurt. Oorspronkelijk was de Rann of Kutch een baai in de ondiepe Arabische Zee. Deze werd door stijging van de zeebodem van de zee afgesneden, waardoor een enorm zoutmeer ontstond dat in de oudheid nog bevaarbaar was. Na verloop van tijd verdroogde het meer tot een kwelder. Deze staat tijdens het korte regenseizoen van juli tot september regelmatig tot wel 50 centimeter onder water. Slechts enkele zandige, zoutvrije gebieden steken dan twee tot drie meter boven het wateroppervlak uit. Wanneer het water zich dan terugtrekt, laat het alleen een met zout bedekt landschap achter.