De oude megastad werd nagenoeg 1200 jaar, van ongeveer 2650 tot 1450 voor Christus, bewoond voordat ze in het zand van de tijd verdween. De overblijfselen van de nederzetting werden aan het einde van de jaren zestig ontdekt en sinds de jaren negentig gedurende verschillende campagnes gedeeltelijk opgegraven. Tegenwoordig is het een archeologische ontmoetingsplaats die vooral lokale toeristen trekt.
Jamal Bhai R Makhwana is al meer dan 25 jaar in Dholavira, vanaf het prille begin van de graafwerken, aanvankelijk als vertaler voor de internationale archeologische teams, en nu als een soort huismeester. Hij heeft in al deze tijd veel geleerd, over archeologie, maar nog meer over mensen. ‘Elke steen hier spreekt me aan’, vertelt de 52-jarige overtuigd. Hij voelt zich op een bijzondere manier verbonden met de plek en zijn herontdekte geschiedenis. Hij geeft zijn kennis graag door aan de bezoekers die de opgravingssite en het aangrenzende museum bezoeken.